Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 131 Benoemingen in de instanties voor economisch bestuur
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2019
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Dit artikel is van toepassing op de benoeming van:
- —
de voorzitter en de vicevoorzitter van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank;
- —
de voorzitter, de vicevoorzitter en de voltijdse leden van de afwikkelingsraad van het Gemeenschappelijk Afwikkelingsmechanisme;
- —
de voorzitters en uitvoerend directeuren van de Europese toezichthoudende autoriteiten (Europese Bankautoriteit, Europese Autoriteit voor effecten en markten, Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), en
- —
de algemeen directeur en de adjunct-algemeen directeur van het Europees Fonds voor strategische investeringen.
2.
Elke kandidaat wordt verzocht om voor de bevoegde commissie een verklaring af te leggen en vragen van de leden van die commissie te beantwoorden.
3.
De bevoegde commissie doet het Parlement een aanbeveling voor elke voordracht.
4.
De stemming vindt plaats binnen twee maanden na ontvangst van de voordracht, tenzij het Parlement op verzoek van de bevoegde commissie, een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken anders besluit. Het Parlement besluit over elke benoeming bij geheime stemming.
5.
Indien het Parlement een negatief advies over een voordracht uitbrengt, verzoekt de Voorzitter om intrekking van de voordracht en de voorlegging aan het Parlement van een nieuwe voordracht.