RvdW 2019/611
Procesrecht. Welke partij kan verzoek tot aanvulling uitspraak op voet van art. 32 Rv doen?
HR 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:699
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 mei 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/03763
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54742:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:699, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:171, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2018
- Wetingang
Art. 32 Rv
Essentie
Procesrecht. Welke partij kan verzoek tot aanvulling uitspraak op voet van art. 32 Rv doen?
Samenvatting
Art. 32 lid 1 Rv, inhoudend dat de rechter te allen tijde op verzoek van een partij zijn vonnis, arrest of beschikking aanvult indien hij heeft verzuimd te beslissen over een onderdeel van het gevorderde of verzochte, staat uitsluitend ten dienste van de partij die de vordering heeft ingesteld of het verzoek heeft gedaan waarop de rechter deels niet heeft beslist. Het staat die partij immers vrij van die vordering of dat verzoek af te zien. Het verzoek om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.