NJB 2021/1988
Salduz-verweer aangaande een politieverhoor in een andere EU-lidstaat: noch aan art. 3 lid 1 van Richtlijn 2013/48/EU noch aan enige andere rechtsregel kan de verdachte het recht ontlenen voorafgaand en tijdens het verhoor te worden bijgestaan door een Nederlandse advocaat, als in verband met een Nederlands verzoek om rechtshulp of een door Nederland uitgevaardigd onderzoeksbevel een verhoor van de verdachte plaatsvindt in een andere EU-lidstaat onder verantwoordelijkheid van de buitenlandse autoriteiten en de verdachte wordt bijgestaan door een advocaat uit het land waar dit verhoor plaatsvindt.
HR 22-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:962
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
19/05419
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:962, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:468, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
Salduz-verweer aangaande een politieverhoor in een andere EU-lidstaat: noch aan art. 3 lid 1 van Richtlijn 2013/48/EU noch aan enige andere rechtsregel kan de verdachte het recht ontlenen voorafgaand en tijdens het verhoor te worden bijgestaan door een Nederlandse advocaat, als in verband met een Nederlands verzoek om rechtshulp of een door Nederland uitgevaardigd onderzoeksbevel een verhoor van de verdachte plaatsvindt in een andere EU-lidstaat onder verantwoordelijkheid van de buitenlandse autoriteiten en de verdachte wordt bijgestaan door een advocaat uit het land waar dit verhoor plaatsvindt.
Uitspraak
Inleiding
De raadsman heeft – blijkens ’s hofs arrest – bepleit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.