Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 76 Uitzondering voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten voor veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van actieve veredeling
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2020
- Bronpublicatie:
03-04-2020, PbEU 2020, L 203 (uitgifte: 26-06-2020, regelingnummer: 2020/877)
- Inwerkingtreding
16-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2020, PbEU 2020, L 203 (uitgifte: 26-06-2020, regelingnummer: 2020/877)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 86, lid 3, en artikel 86, lid 4, van het wetboek)
1.
Artikel 86, lid 3, van het wetboek is van toepassing zonder een daartoe strekkend verzoek van de aangever wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
de veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van de regeling actieve veredeling, worden door de betrokken vergunninghouder rechtstreeks of onrechtstreeks ingevoerd binnen een termijn van één jaar na de wederuitvoer ervan;
- b)
de goederen zouden, op het tijdstip van aanvaarding van de douaneaangifte tot plaatsing van de goederen onder de regeling actieve veredeling, onderworpen zijn geweest aan een landbouwpolitieke of handelspolitieke maatregel, een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij voor het vrije verkeer waren aangegeven;
- c)
de economische voorwaarden hoefden niet te worden onderzocht overeenkomstig artikel 166.
2.
Artikel 86, lid 3, van het wetboek is ook van toepassing zonder een verzoek van de aangever wanneer de veredelingsproducten zijn verkregen uit onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen die, op het tijdstip van aanvaarding van de eerste douaneaangifte tot plaatsing van de goederen onder de regeling actieve veredeling, onderworpen zijn geweest aan een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij werden aangegeven voor het vrije verkeer, en het geval niet onder artikel 167, lid 1, onder h), i), m), of p) van deze verordening valt.
3.
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen niet meer onderworpen zouden zijn aan een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies op het tijdstip waarop een douaneschuld ontstaat voor de veredelingsproducten.
4.
Lid 2 is niet van toepassing op goederen die uiterlijk op 16 juli 2021 voor actieve veredeling zijn aangegeven indien voor die goederen een vergunning geldt die vóór 16 juli 2020 is verleend.