NJB 2019/2561

Poging tot het opzettelijk tot ontucht bewegen van een persoon waarvan men weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, art. 248a Sr: in casu kon het hof tot een bewezenverklaring hiervan komen onder meer erop gelet dat de verdachte, een leraar op een middelbare school, meermalen SMS‑berichten aan betrokkene (een leerling van de school) heeft gestuurd die gaan over het hebben van seks met haar, dat hij meermalen heeft aangedrongen op het maken van een seksafspraak met haar en dat de verdachte heeft aangegeven het contact met haar te zullen verbreken als zij niet zou ingaan op de door hem voorgestelde seksafspraken. De gedragingen van de verdachte leveren een strafbare poging op omdat deze naar de uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op de voltooiing van het bewegen tot ontucht en dus moeten worden aangemerkt als een begin van uitvoering van het misdrijf van art. 248a Sr. Poging tot grooming, art. 248e Sr: poging tot het misdrijf van art. 248e Sr is strafbaar