Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
4.3.3 Oorspronkelijke verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c of d, Vw of een oorspronkelijke verblijfsvergunning verleend voor invoering van de Vw 2000.
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
29-03-2022, Stcrt. 2022, 8628 (uitgifte: 31-03-2022, regelingnummer: WBV 2022/8)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2022, Stcrt. 2022, 8628 (uitgifte: 31-03-2022, regelingnummer: WBV 2022/8)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND beoordeelt of er sprake is van een gevaar voor de openbare orde aan de hand van de voorwaarden van artikel 3.86, eerste tot en met het elfde lid, Vb, als de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd is verleend naar aanleiding van een oorspronkelijke verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c of d, Vw zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening. Wanneer de oorspronkelijke vergunning een vergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw was verleend, wordt dit gezien als nationale vergunning, en is er geen sprake van internationale bescherminsstatus zoals bedoeld in de Kwalificatierichtlijn.
Wanneer de oorspronkelijke vergunning een vergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw, of er sprake is van een vergunning verleend voor invoering van de Vreemdelingenwet 2000, wordt per geval bepaald of deze aan te merken is als een vergunning die valt onder de Kwalificatierichtlijn.
Voor de verdere toetsing is paragraaf C2/10.3.6 Vc van overeenkomstige toepassing.