Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
3 Afwijzingsgronden verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
01-12-2017, Stcrt. 2017, 70919 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: WBV 2017/14)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2017, Stcrt. 2017, 70919 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: WBV 2017/14)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Als zich op het moment dat de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verloopt een grond voordoet als bedoeld in artikel 32 Vw, handelt de IND conform paragraaf C2/10 Vc.
De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd niet af op grond van artikel 32, eerste lid, onder c, Vw, als de verleningsgrond van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was vervallen, maar zich op het moment van behandeling van de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd opnieuw voordoet.
De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd niet af op grond van artikel 32, eerste lid, onder c, Vw, als de oorspronkelijke verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder c of d, Vw, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening, omdat de wettelijke grondslag van die vergunningen is vervallen.
Overgangsrecht
Indien de afgeleide verblijfsvergunning voor 1 januari 2014 is verleend en de feitelijke gezinsband is verbroken, wordt een aanvraag om verlening van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd niet om die reden afgewezen.