NJB 2016/1773
Verklaring van geen bedenkingen met het oog op verlening omgevingsvergunning voor uitbreiding co-vergistingsinstallatie, waarbij inrichting zich in twee verschillende gemeenten bevindt. Geen grond voor het oordeel dat in art. 6.5, lid 1, Besluit omgevingsrecht neergelegde bevoegdheidsregeling kennelijk niet ziet op bescherming van belangen van appellanten, die beroepsgronden hebben aangevoerd die betrekking hebben op de materiële norm van een goede ruimtelijke ordening. Voor beantwoording van de vraag welke gemeenteraad bevoegd is te beslissen over afgifte van verklaring van geen bedenkingen, is niet de ligging van de inrichting, maar de ligging van het project waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd doorslaggevend, waarbij alle activiteiten die samen het project vormen in ogenschouw dienen te worden genomen
ABRvS 24-08-2016, ECLI:NL:RVS:2016:2327
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 augustus 2016
- Magistraten
Mrs. Hagen, Pans, Schueler
- Zaaknummer
201509070/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Milieurecht / Milieuprivaatrecht
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Omgevingsrecht / Inrichtingen en vergunningen
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:2327, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑08‑2016
- Wetingang
(art. 8:69a Awb; art. 2.27 Wabo; art. 6.5 Bor)
Essentie
Verklaring van geen bedenkingen met het oog op verlening omgevingsvergunning voor uitbreiding co-vergistingsinstallatie, waarbij inrichting zich in twee verschillende gemeenten bevindt. Geen grond voor het oordeel dat in art. 6.5, lid 1, Besluit omgevingsrecht neergelegde bevoegdheidsregeling kennelijk niet ziet op bescherming van belangen van appellanten, die beroepsgronden hebben aangevoerd die betrekking hebben op de materiële norm van een goede ruimtelijke ordening. Voor beantwoording van de vraag welke gemeenteraad bevoegd is te beslissen over afgifte van verklaring van geen bedenkingen, is niet de ligging van de inrichting, maar de ligging van het project waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd doorslaggevend, waarbij alle ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.