NJ 2013/107
Exhibitieplicht van bescheiden ex art. 843a Rv; vordering o.g.v. art. 843a in kort geding tijdens lopende bodemprocedure; ontvankelijkheid?
HR 08-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6111 (DB Schenker/Prorail)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
12/00884
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. D.W.F. Verkade
- LJN
BY6111
- Roepnaam
DB Schenker/Prorail
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY6111, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY6111, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2012
- Wetingang
Rv art. 843a
Essentie
Exhibitieplicht van bescheiden ex art. 843a Rv; vordering o.g.v. art. 843a in kort geding tijdens lopende bodemprocedure; ontvankelijkheid?
Dat voor een vordering op grond van art. 843a Rv in een afzonderlijk kort geding tijdens een lopende bodemprocedure geen plaats is, vloeit noch uit de tekst van art. 843a Rv, noch uit zijn totstandkomingsgeschiedenis voorts. Ook in wetsvoorstel 33 079 — waarmee geen inhoudelijke wijziging van art. 843a lid 1 is beoogd — blijkt niet van een dergelijke beperking. De argumenten van onomkeerbaarheid van de beslissing en geboden terughoudendheid kunnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.