NJF 2014/362
Verbintenissenrecht. Betaling. Imputatie van betaling in geld. Voorgenomen prejudiciële vraag.
Hof 's-Hertogenbosch 22-07-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:2234
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
22 juli 2014
- Magistraten
Mrs. S.M.A.M. Venhuizen, M.A. Wabeke, R.R.M. de Moor
- Zaaknummer
HD 200.128.348/01
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2015:319, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 03‑02‑2015
ECLI:NL:GHSHE:2014:5062, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 02‑12‑2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:2234, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 22‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Betaling. Imputatie van betaling in geld. Voorgenomen prejudiciële vraag.
Samenvatting
Deelbetalingen van schuldenaar worden door schuldeiser eerst op de vervallen rente, daarna op de buitengerechtelijke kosten en daarna op de hoofdsom in mindering gebracht.
Allereerst overweegt het hof dat de rechter ook bedongen buitengerechtelijke incassokosten mag matigen (art. 242 Rv). Het hof is verder voornemens aan de Hoge Raad de vraag voor te leggen of onder ‘kosten’ als bedoeld in de imputatieregeling van art. 6:44 BW ook de buitengerechtelijke kosten vallen.
Partij(en)
Arrest in de zaak van:
Europe B.V., h.o.d.n. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.