NJB 2012/1909
HR, 14-09-2012, nr. 11/02105
HR 14-09-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7157
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 september 2012
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Bavinck, Sterk, Van Loon en Fierstra
- Zaaknummer
11/02105
- LJN
BX7157
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BX7157, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑09‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑05‑2011
- Wetingang
Wet IB 2001 art. 3.92
Essentie
Aanvang terbeschikkingstelling bij borgstelling. Verplichting van de borg aan de hoofdschuldenaar moet als een met de regresvordering rechtstreeks samenhangende schuld worden aangemerkt.
Partij(en)
Cassatieberoep Staatssecretaris
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘3.1.1. Belanghebbende was de echtgenote van X-Y (hierna: de echtgenoot). De echtgenoot hield alle aandelen in A B.V. (hierna: de vennootschap).
3.1.2. In verband met door ABN AMRO Bank N.V. (hierna: de bank) aan de vennootschap ter leen verstrekte bedragen, heeft de echtgenoot zich tegenover de bank als borg verbonden tot nakoming van de verbintenissen van de vennootschap jegens de bank (hierna: de borgtocht).
3.1.3. Op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.