Richtlijn 92/97/EEG tot wijziging van Richtlijn 70/157/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 16-11-1992
- Bronpublicatie:
10-11-1992, PbEG 1992, L 371 (uitgifte: 19-12-1992, regelingnummer: 92/97/EEG)
- Inwerkingtreding
16-11-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-1992, PbEG 1992, L 371 (uitgifte: 19-12-1992, regelingnummer: 92/97/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
De Lid-Staten mogen alleen met betrekking tot motorvoertuigen die in overeenstemming zijn met deze richtlijn in fiscale stimuleringsmaatregelen voorzien. Deze maatregelen dienen in overeenstemming te zijn met de bepalingen van het Verdrag en voorts aan de volgende voorwaarden te voldoen:
- —
zij moeten gelden voor de gehele nationale automobielproduktie en alle ingevoerde motorvoertuigen die op de markt van een Lid-Staat in de handel worden gebracht en vervroegd voldoen aan de in 1995 na te leven voorschriften van deze richtlijn;
- —
zij moeten een einde nemen zodra de in artikel 2, lid 3, vastgestelde waarden voor het geluidsniveau van nieuwe motorvoertuigen van toepassing worden;
- —
zij moeten voor elk motorvoertuigtype een bedrag vertegenwoordigen dat aanzienlijk lager ligt dan de meerkosten van de technische oplossingen die worden aangebracht om de vastgestelde waarden na te leven, en van de installatie daarvan op het motorvoertuig.
De Commissie moet van de voornemens om fiscale stimuleringsmaatregelen als bedoeld in de eerste alinea in te stellen of te wijzigen tijdig in kennis worden gesteld. Alvorens dergelijke stimuleringsmaatregelen ten uitvoer gelegd worden, dient zij haar goedkeuring te verlenen, waarbij zij met name rekening houdt met de consequenties van die maatregelen voor de interne markt.