NJB 2022/1287
Noodweer(exces) bij mishandeling van verbalisanten, art. 41 Sr: in casu heeft het hof het beroep op noodweer(exces) verworpen en daartoe onder meer geoordeeld dat de stellingen van de raadsvrouw dat de kamer van de verdachte op onrechtmatige wijze is binnengetreden en de inzet van de pepperspray niet rechtmatig is geweest, buiten bespreking zullen blijven omdat zij geen (ondubbelzinnige) conclusie heeft verbonden aan deze stellingen. Gelet op wat de verdediging heeft aangevoerd, is dat oordeel niet zonder meer begrijpelijk.
HR 24-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:763
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, C. Caminada
- Zaaknummer
20/04216
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:763, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:305, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2022
- Wetingang
(art. 41 Sr)
Essentie
Noodweer(exces) bij mishandeling van verbalisanten, art. 41 Sr: in casu heeft het hof het beroep op noodweer(exces) verworpen en daartoe onder meer geoordeeld dat de stellingen van de raadsvrouw dat de kamer van de verdachte op onrechtmatige wijze is binnengetreden en de inzet van de pepperspray niet rechtmatig is geweest, buiten bespreking zullen blijven omdat zij geen (ondubbelzinnige) conclusie heeft verbonden aan deze stellingen. Gelet op wat de verdediging heeft aangevoerd, is dat oordeel niet zonder meer begrijpelijk.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld omdat zij – kort gezegd – ‘[verbalisant 1] heeft mishandeld door met kracht in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.