AB 2020/24
Klimaatverdrag; Nederlandse reductiedoelstelling onvoldoende. Staat moet uitstoot CO2 eind 2020 ten minste met 25% reduceren ten opzichte van 1990 om te voldoen aan zorgplicht uit art. 2 en 8 EVRM.
HR 20-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:2006, m.nt. Ch.W. Backes en G.A. van der Veen (Klimaatzaak Urgenda)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/00135
- Noot
Ch.W. Backes en G.A. van der Veen
- Roepnaam
Klimaatzaak Urgenda
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS177951:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Milieurecht / Algemeen
Staatsrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:2006, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:887, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑01‑2019
- Wetingang
Art. 3:305a, 6:162 BW; art. 2, 8, 13 EVRM
Essentie
Klimaatverdrag; Nederlandse reductiedoelstelling onvoldoende. Staat moet uitstoot CO2 eind 2020 ten minste met 25% reduceren ten opzichte van 1990 om te voldoen aan zorgplicht uit art. 2 en 8 EVRM.
Samenvatting
De verplichting om op grond van de art. 2 en 8 EVRM passende maatregelen te nemen, houdt mede in dat staten gehouden zijn om preventief maatregelen te nemen tegen het gevaar, ook als niet zeker is dat het gevaar zich zal verwezenlijken. Dit strookt met het voorzorgsbeginsel. Als duidelijk is dat een ‘real and immediate risk’ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.