Rb. 's-Gravenhage, 27-07-2011, nr. 380148 - HA ZA 10-3978
ECLI:NL:RBSGR:2011:BU3674
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
27-07-2011
- Zaaknummer
380148 - HA ZA 10-3978
- LJN
BU3674
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSGR:2011:BU3674, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 27‑07‑2011; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 27‑07‑2011
Inhoudsindicatie
Diefstal. Verzekering. Uitleg begrip "afsluitbaar" in verzekeringspolis.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 380148 / HA ZA 10-3978
Vonnis van 27 juli 2011
in de zaak van
1. [eiser 1],
2. [eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat: mr. M.D.N. van Duyl te Roermond,
tegen
de naamloze vennootschap
AEGON SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat: mr. P.P.H. Lems te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna [eisers] en Aegon worden genoemd.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding van 4 november 2010, met producties;
- -
de conclusie van antwoord, met producties;
- -
het tussenvonnis van 12 januari 2011, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- -
het proces-verbaal van de comparitie van 9 juni 2011.
1.2.
Ten slotte is de datum van vonnis bepaald op heden.
2. De feiten
2.1
Op 2 juni 2009 is door [eisers] een zitgrasmaaier aangeschaft voor een bedrag van € 18.980,50.
2.2
In de nacht van donderdag 13 mei 2010 op vrijdag 14 mei 2010 is deze grasmaaier gestolen. De grasmaaier bevond zich in een schuur in de tuin van het woonhuis van [eisers]. De schuur is aan één zijde open. Deze zijde is voorzien van een ongeveer 1 meter half hoge houten poort. Aan de poort was een kettingslot bevestigd. Het kettingslot is door de dader(s) doorgeknipt. De grasmaaier was voorzien van een stuurslot. Ook dit slot is door de dader(s) verbroken.
2.3
Op 14 mei 2010 heeft [eisers] aangifte gedaan bij de regiopolitie Limburg-Zuid. Van de aangifte is proces-verbaal opgemaakt.
2.4
[eisers] heeft bij Aegon een inboedelverzekering afgesloten onder polisnummer [nummer]. Op de verzekering is van toepassing het "Aegon Woon- en Vrije Tijdpakket". De daartoe behorende "Bijzondere voorwaarden inboedel" (hierna: de polisvoorwaarden) bepalen, voor zover van belang, als volgt.
- 1.
Begripsomschrijvingen
- 1.2.
Inboedel
Onder inboedel wordt verstaan: alle roerende zaken die behoren tot de particuliere huishouding van de verzekerden, met inbegrip van:
(...)
- -
motorisch voortbewogen grasmaaimachines (...), die een snelheid van 16 km per uur niet kunnen overschrijden.
(...)
1.6 Woonhuis
Onder woonhuis wordt verstaan: het op het polisblad omschreven en door u bewoonde (gedeelte van een) gebouw, met inbegrip van de daarbij behorende, afsluitbare bijgebouwen zoals garages, schuurtjes en dergelijke.
1.14 Braak
Onder braak wordt verstaan: zich met geweld, verbreking van afsluitingen of forceren van deuren of vensters wederrechtelijk toegang verschaffen.
3. Bijzondere uitsluitingen
Wij vergoeden niet de schade:
(...)
3.5
door diefstal, verlies of vermissing indien de inboedel niet aanwezig was in het op het polisblad omschreven woonhuis. Deze uitsluiting geldt niet:
- a)
indien de diefstal vooraf is gegaan door braak".
- 2.5.
Bij brief van 31 mei 2010 van Ruijters Financiële Diensten B.V., de assurantietussenpersoon van [eisers], heeft Aegon de schade afgewezen, omdat geen sprake zou zijn van diefstal uit een afsluitbaar bijgebouw.
- 3.
Het geschil
- 3.1.
[eisers] vordert - samengevat - veroordeling van Aegon tot betaling van € 18.980,50, vermeerderd met kosten en rente.
- 3.2.
Aegon voert gemotiveerd verweer.
- 3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1
Partijen twisten over de vraag of de gestolen grasmaaier gedekt is onder de polis, zoals [eisers] betoogt, of dat de uitsluitingsbepaling van artikel 3.5 van de polisvoorwaarden van toepassing is omdat de grasmaaier niet in een afsluitbaar bijgebouw (in de zin van artikel 1.6) stond, zoals Aegon betoogt. Het geschil komt daarmee in de kern neer op de vraag of de schuur valt aan te merken als 'afsluitbaar bijgebouw'.
4.2
Met [eisers] is de rechtbank van oordeel dat de polisvoorwaarden wat betreft het woord 'afsluitbaar' niet duidelijk zijn. De term wordt in de polisvoorwaarden niet gedefinieerd. In (de door Aegon overgelegde pagina uit) Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal is het woord 'afsluitbaar' weliswaar als trefwoord opgenomen, maar niet gedefinieerd. Er wordt door middel van een pijltje verwezen naar het kernwoord 'afsluiten'. Uit de toelichting op het begrip 'afsluiten' kan worden opgemaakt dat 'afsluiten' niet een eenduidig begrip is. Het woord 'afsluiten' ontleent zijn betekenis aan de context van de zin, bijvoorbeeld: een koffer afsluiten, een tuin afsluiten (door middel van een schutting), een weg afsluiten, e.d.
4.3
De vraag of de diefstal door de polis is gedekt, moet derhalve worden bepaald door uitleg van de relevante polisvoorwaarden. Zulks dient te geschieden met gebruikmaking van het zogenaamde Haviltexcriterium.
Voor uitleg van die polisvoorwaarden is van belang dat Aegon valt aan te merken als een gebruiker en [eisers] als een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, hetgeen betekent dat artikel 6:238 lid 2 BW (de zogenaamde contra proferentemregeling) van toepassing is. Gevolg hiervan is dat ten aanzien van de polisvoorwaarden de eis mag worden gesteld dat de bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld en dat bij twijfel over de betekenis van een beding de voor [eisers] gunstigste uitleg prevaleert.
4.4
Wat onder 'afsluitbaar' moet worden verstaan, zal derhalve moeten worden uitgelegd. Daarbij zijn onder meer de volgende omstandigheden van belang:
- -
'afsluitbaar' betekent naar normaal spraakgebruik dat de mogelijkheid bestaat dat iets kan worden afgesloten;
- -
onmiskenbaar is dat de schuur in een bepaalde mate was afgesloten. Weliswaar was de poort halfhoog, maar de grasmaaier kon niet worden verwijderd zonder het kettingslot van de poort door te knippen;
- -
om de grasmaaier te verwijderen, diende voorts het stuurslot van de grasmaaier te worden verbroken;
- -
in artikel 3.5 van de polisvoorwaarden onder c waar sprake is van diefstal van een motorrijtuig wordt als vereiste gesteld dat het motorrijtuig 'adequaat' is afgesloten. De toevoeging 'adequaat' ontbreekt ten aanzien van het afsluiten van de bijgebouwen. De polisvoorwaarden maken met betrekking tot het begrip 'afsluitbaar' kennelijk zelf onderscheid tussen de wijze waarin iets wordt afgesloten.
4.5
In het licht van de onder 4.4 weergegeven omstandigheden, tegen de onder 4.3 weergegeven achtergrond, komt de rechtbank tot het oordeel dat [eisers], door ervoor te zorgen dat de inboedel buiten bereik van derden werd gehouden, de schuur redelijkerwijs heeft mogen aanmerken als afsluitbaar bijgebouw in de zin van artikel 1.6 van de polisvoorwaarden en dat Aegon er redelijkerwijs rekening mee heeft moeten houden dat een verzekerde als [eisers] de polisvoorwaarden in deze zin heeft kunnen opvatten.
4.6
De rechtbank komt gezien het bovenoverwogene tot de conclusie dat de polis dekking biedt voor de diefstal van de grasmaaier. De vordering van [eisers] wordt derhalve toegewezen tot een bedrag van € 18.980,50.
4.7
De gevorderde buitengerechtelijke kosten aan de zijde van [eisers] zullen, mede gelet op de aanbevelingen uit Rapport Voorwerk II, worden afgewezen. De kosten die zijn gemaakt kunnen worden beschouwd als verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te houden.
4.8
Aegon zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [eisers] worden begroot op:
- -
dagvaarding: € 73,89
- -
griffierecht: € 580,00
- -
salaris advocaat: € 904,00 (2 punten × tarief € 452,00)
Totaal: € 1.557,89
5. De beslissing
De rechtbank:
- -
veroordeelt Aegon aan [eisers] te betalen een bedrag van € 18.980,50 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag vanaf 4 november 2010 tot aan de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt Aegon in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] begroot op
€ 1.557,89, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
- -
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- -
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.M. Ahsmann en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2011.