Einde inhoudsopgave
Europese Overeenkomst inzake de immuniteit van Staten
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 11-06-1976
- Bronpublicatie:
16-05-1972, Trb. 1973, 43 (uitgifte: 04-04-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-06-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-1985, Trb. 1985, 38 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Staatsrecht / Staatsinrichting
Internationaal publiekrecht / Fundamentele rechten van staten
Niettegenstaande het bepaalde in artikel 23 kan een tegen een Overeenkomstsluitende Staat gewezen vonnis in een geding betreffende een industriële of commerciële werkzaamheid, door de Staat op dezelfde wijze uitgeoefend als door een natuurlijk persoon, in de Staat van het forum ten uitvoer worden gelegd op die goederen van de Staat tegen welke het vonnis is gewezen, welke uitsluitend worden gebruikt in verband met die werkzaamheid, indien:
- (a)
zowel de Staat van het forum als de Staat tegen welke het vonnis is gewezen, verklaringen hebben afgelegd krachtens artikel 24;
- (b)
het geding dat tot het vonnis heeft geleid, behoorde tot die, welke genoemd zijn in de artikelen 1 tot en met 13 of was ingesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 24, eerste en tweede lid; en
- (c)
het vonnis voldoet aan de in artikel 20, eerste lid, letter (b), genoemde vereisten.