NJB 2023/1405:Op de roldatum waarop appellant peremptoir voor grieven staat, verstuurt zijn advocaat om 12.10 uur per e-mail een ‘incidentele memorie tot aanhouding’ met de mededeling dat hij door een internetstoring de memorie niet voor het roltijdstip van 10.00 uur kon mailen. Hoge Raad: 1. Te late indiening. Voor het geval waarin een processtuk of bericht via Veilig mailen wordt ingediend en deze indiening als gevolg van een verstoring te laat plaatsvindt, leent art. 8 van het Besluit elektronisch procederen zich voor overeenkomstige toepassing. Het hof kon niet zonder meer oordelen dat de advocaat van appellant de gestelde internetstoring niet aannemelijk heeft gemaakt, maar had eerst gelegenheid moeten bieden om de gestelde verstoring en de niet-toerekenbaarheid daarvan te onderbouwen. 2. Incidentele vordering tot aanhouding. Een partij die aanhouding van de behandeling van de zaak wenst, kan ervoor kiezen een daartoe strekkende incidentele vordering in te stellen. Voor de vraag of een dergelijke incidentele vordering eerst wordt behandeld en beoordeeld, geldt de wettelijke maatstaf ‘indien de zaak dat medebrengt’.