RvdW 2014/974
Rapport Arbeidsinspectie verkregen in strijd met art. 10 Wet AVV? Onrechtmatig verkregen bewijs?; vrije bewijsleer in civiele procedure; art. 152 Rv; bewijsuitsluiting gerechtvaardigd in geval van bijkomende omstandigheden.
HR 11-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1632
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04001
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1632, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑07‑2013
- Wetingang
Essentie
Rapport Arbeidsinspectie verkregen in strijd met art. 10 Wet AVV? Onrechtmatig verkregen bewijs?; vrije bewijsleer in civiele procedure; art. 152 Rv; bewijsuitsluiting gerechtvaardigd in geval van bijkomende omstandigheden.
Art. 10 Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet AVV), zoals dat gold tot 1 januari 2014, (thans: art. 10 lid 1 Wet AVV) luidde: “Indien een of meer verenigingen van werkgevers of van werknemers, op wier verzoek een verbindendverklaring is uitgesproken, het vermoeden gegrond achten, dat in een onderneming een of meer der verbindend verklaarde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.