NJB 2012/204
HR, 20-12-2011, nr. 10/02333
HR 20-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6758
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 december 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, Thomassen en Groos
- Zaaknummer
10/02333
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BQ6758
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ6758, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ6758, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2011
- Wetingang
Sr art. 14c lid 1 onderdeel a
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep wegens strijd met artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod veroordeeld tot gevangenisstraf van zes maanden. Voorts heeft het hof de tenuitvoerlegging van drie eerder opgelegde straffen gelast
De wetstekst en de rechtsgeschiedenis vinden geen steun in de opvatting dat tenuitvoerlegging van een opgelegde voorwaardelijke straf alleen kan geschieden als de nieuwe feiten gelijksoortig zijn aan de voorwaardelijk opgelegde straf(fen)
Uitspraak
Ten laste van de verdachte heeft het hof bewezen verklaard dat:
hij op 31 oktober 2008 te B tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.