BNB 2015/155
Bank Zonder Naam. Verlengde navorderingstermijn voor buitenlandsituaties. Voortvarendheidseis. Beoordelingsvrijheid Belastingdienst
HR 01-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1105, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 mei 2015
- Magistraten
Mrs. Koopman, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
14/02874
- Noot
P.G.H. Albert
- JCDI
JCDI:ADS921210:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Vermogensbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1105, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2014
- Wetingang
Art. 16 lid 4 AWR
Essentie
Bank Zonder Naam. Verlengde navorderingstermijn voor buitenlandsituaties. Voortvarendheidseis. Beoordelingsvrijheid Belastingdienst
Samenvatting
Aan belanghebbende zijn in verband met het project Bank Zonder Naam navorderingsaanslagen IB/PVV 1995 en VB 1996 opgelegd met toepassing van de verlengde navorderingstermijn voor buitenlandsituaties. Het Hof heeft de navorderingsaanslagen vernietigd omdat niet de vereiste voortvarendheid in acht is genomen.
HR: In gevallen waarin gegevens over in het buitenland ondergebracht vermogen zijn verkregen die een groot aantal in Nederland wonende personen betreffen, moet de Belastingdienst over voldoende tijd kunnen beschikken om vast te stellen om welke individuele belastingplichtigen het gaat en vervolgens te beoordelen voor welk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.