NJ 2019/34
IPR. Rechtsmacht Nederlandse rechter (Verordening-Brussel II-bis); echtscheidingsrechter ook bevoegd t.a.v. nevenvordering tot afgifte van renpaarden?; huwelijksvermogensrecht of burgerlijke of handelszaak in de zin van Brussel I-bis (EEX-Vo)?; art. 81 RO. Niet-ontvankelijkheid incidenteel cassatieberoep op grond van art. 820 lid 4 Rv.
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2384
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00406
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167851:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2384, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1432, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
IPR. Rechtsmacht Nederlandse rechter (Verordening-Brussel II-bis); echtscheidingsrechter ook bevoegd t.a.v. nevenvordering tot afgifte van renpaarden?; huwelijksvermogensrecht of burgerlijke of handelszaak in de zin van Brussel I-bis (EEX-Vo)?; art. 81 RO. Niet-ontvankelijkheid incidenteel cassatieberoep op grond van art. 820 lid 4 Rv.
Samenvatting
De klachten van het principaal cassatieberoep worden verworpen met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
De vrouw kan, gelet op art. 820 lid 4 Rv, niet in haar incidenteel cassatieberoep worden ontvangen, nu het beroep van de man niet tegen de uitgesproken echtscheiding is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.