NJ 2015/134
Geen belang bij klacht dat onderzoek na gewijzigde samenstelling niet opnieuw is aangevangen.
HR 03-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:194, m.nt. P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 februari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/03259
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS97200:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:194, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2772, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
In een cassatieschriftuur waarin wordt geklaagd over de niet-naleving van het voorschrift dat bij een gewijzigde samenstelling het onderzoek ter terechtzitting opnieuw moet worden aangevangen, moet worden aangegeven in welk in rechte te respecteren belang de verdachte door die niet-naleving is getroffen. Het aangevoerde belang dat ten onrechte de door de verdachte op de eerdere terechtzitting afgelegde verklaring tot het bewijs is gebezigd, is geen in rechte te respecteren belang bij vernietiging van de bestreden uitspraak en hernieuwde behandeling van de zaak, nu i) op de nadere terechtzitting niet is aangevoerd dat de verdachte belang hechtte aan het ‘vereiste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.