NJ 2016/239
Gemeentelijke erfpacht Amsterdam. Aanbod gemeente voor canon nieuw erfpachttijdvak; aanbod voldoende bepaalbaar in zin art. 6:227 BW?; maatstaf; redelijkheid en billijkheid.
HR 29-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:765
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 april 2016
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/00519
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110743:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:765, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:23, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑01‑2015
- Wetingang
Art. 6:217, 6:227, 6:248 BW
Essentie
Gemeentelijke erfpacht Amsterdam. Aanbod gemeente voor canon nieuw erfpachttijdvak; aanbod voldoende bepaalbaar in zin art. 6:227 BW?; maatstaf; redelijkheid en billijkheid.
Ingevolge art. 6:227 BW moeten de verbintenissen die partijen op zich nemen bepaalbaar zijn. Volgens de wetsgeschiedenis is daaraan voldaan wanneer de vaststelling van de verbintenissen naar van te voren vaststaande criteria kan geschieden; die criteria kunnen een subjectief element inhouden omdat de nadere vaststelling aan een derde of aan een der partijen kan zijn opgedragen. Als dat laatste het geval is, moet die partij met inachtneming van wat door redelijkheid en billijkheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.