Alle omstandigheden van het geval
Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/8.4.2.1:8.4.2.1 Motiveer een uitspraak met een beroep op duidelijke en directe factoren
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/8.4.2.1
8.4.2.1 Motiveer een uitspraak met een beroep op duidelijke en directe factoren
Documentgegevens:
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS302199:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
De §§ 2.4 en 6.4.1.1.
Zie bijvoorbeeld Hof Arnhem 18 februari 2003, JOR 2003, 267 (Rabobank/Aarding) en HR 5 juni 2009, NJ 2012, 182 (De Treek/Dexia).
§ 2.5.1.
§ 1.4.2.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De rechter creëert duidelijkheid door in de motivering van een uitspraak aan te geven welke concrete omstandigheden tot het oordeel over de werking van de redelijkheid en billijkheid hebben geleid. De deelnemers aan het rechtsverkeer kunnen dankzij deze motivering rekening houden met de rol van de bij deze omstandigheden behorende factoren.1
De rechter heeft al veel werk verricht. Verschillende uitspraken noemen de omstandigheden die tot een bepaalde werking van de redelijkheid en billijkheid kunnen leiden. Dergelijke uitspraken noemen niet alleen de concrete omstandigheden die leiden tot de werking van de redelijkheid en billijkheid in het concrete geval. Zij verwijzen ook naar factoren. De uitspraken noemen abstractere omstandigheden die als factor kunnen fungeren in vergelijkbare zaken. Dit geldt zowel voor uitspraken van de Hoge Raad als voor uitspraken van lagere rechters.2
De verwijzingen naar de relevante factoren creëren duidelijkheid. Toch ligt hier nog veel ruimte voor verbetering. De rechter dient zich niet te beperken tot een opsomming van de relevante factoren. Hij dient zijn oordeel te motiveren met een beroep op de factoren die in het concrete geval de voorkeur verdienen. De genoemde factoren moeten duidelijk en direct te zijn. Een motivering met een beroep op omstandigheden die bij onduidelijke en indirecte factoren horen, verdient niet de voorkeur. De rechter dient zijn oordelen bijvoorbeeld niet te motiveren met een beroep op een rechtsbeginsel. Het is immers steeds mogelijk om dit beroep te vervangen door een duidelijker beroep op een andere factor.3
De rechter dient hierbij bovendien meer aandacht te besteden aan de precieze rol van de factor in het concrete geval. De in § 6.4.1.1 gegeven aanwijzingen gelden in het bijzonder voor de rechter. Een opsomming van de factoren die tot een bepaalde werking van de redelijkheid en billijkheid kunnen leiden, een ‘factorencatalogus’,4 is onvoldoende duidelijk. De rechter dient aan te geven waarom een factor van belang is en welke factoren in het concrete geval het meeste gewicht in de schaal leggen.
De rechter dient zijn oordeel te blijven motiveren met een beroep op de factoren en omstandigheden die tot een bepaalde werking van de redelijkheid en billijkheid hebben geleid. Hij moet hierbij echter meer aandacht besteden aan de duidelijkheid en directheid van de door hem genoemde factoren. Een motivering met een beroep op een bepaalde factor verdient slechts de voorkeur als het niet mogelijk is om de invloed van de relevante omstandigheid te verklaren met een beroep op een duidelijkere en directere factor.