Ontoereikend bewijs medeplegen poging diefstal.

Documentgegevens:

HR 30-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:813, m.nt. J.M. Reijntjes

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 30 mei 2023
Magistraten: Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, C.N. Dalebout
Zaaknummer: 21/04147
Conclusie: A-G mr. B.F. Keulen
Noot: J.M. Reijntjes
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS711255:1
Vakgebied(en): Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2023:813, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2023
ECLI:NL:HR:2023:735, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:357, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑02‑2022
Wetingang: Art. 310 Sr; art. 359 lid 1 en 2 Sv

Essentie

Ontoereikend bewijs medeplegen poging diefstal. Enkele vaststelling dat verdachte auto heeft bestuurd naar camping alwaar zijn medeverdachten hebben geprobeerd in te breken terwijl verdachte in de auto bleef zitten, is ook in combinatie met volgens hof ongeloofwaardige verklaring verdachte en diens beroep op zijn zwijgrecht onvoldoende om medeplegen poging diefstal door verdachte bewezen te verklaren; HR wijst op verschil met NJ 2016/412 en 413.

Samenvatting

Verdachte is samen met de medeverdachte en een onbekend gebleven derde persoon in het holst van de nacht in een auto naar een camping gereden, de medeverdachte en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.