V-N 2020/7.20
Nog steeds onduidelijkheid over realiteitszin van leveringen voor BTW
HR 24-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:97, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2020
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
19/00972
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS183205:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2020
ECLI:NL:HR:2020:97, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2020
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het ontbreken van debiteurenrisico en transactiewinst niet goed door het hof is gemotiveerd. De zaak over vermeende carrouselfraude wordt voor de derde maal verwezen.
Samenvatting
Aan de fiscale eenheid X1 bv-X2 bv is een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd wegens vermeende betrokkenheid bij grootschalige carrouselfraude. X2 bv is een officiële autodealer, doch fungeert ook als ‘financier’ van een handelaar in tweedehands auto’s. De fraude zou betrekking hebben op circa 500 uit Duitsland afkomstige auto’s die X2 bv van deze handelaar heeft gekocht. Na twee cassatieprocedures is thans nog in geschil of de inspecteur aannemelijk maakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.