RF 2016/73
Bankverbod. Heeft appellant feitelijk leiding gegeven aan overtreding van het bankverbod? (Appellant/DNB)
CBb 07-03-2016, ECLI:NL:CBB:2016:54
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
7 maart 2016
- Magistraten
Mrs. E.R. Eggeraat, M. van Duuren, J.A.M. van den Berk
- Zaaknummer
14/170
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924179:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2016:54, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 07‑03‑2016
- Wetingang
Art. 2:11, 3:2 Wft; art. 51 lid 2 Sr; art. 5:1 lid 3, 5:10a Awb
Essentie
Bankverbod. Feitelijk leidinggeven.
Heeft appellant feitelijk leiding gegeven aan overtreding van het bankverbod?
Samenvatting
Stichting X (hierna: de stichting) heeft door het uitgeven van obligaties opvorderbare gelden aangetrokken van niet-professionele marktpartijen. De stichting heeft deze gelden doorgeleend aan een Duitse rechtspersoon (hierna: geldnemer) ten behoeve van een vastgoedproject. De stichting beschikte niet over een vergunning. Appellant is sinds de oprichting bestuurder van de stichting. DNB heeft appellant een boete opgelegd van € 150.000 vanwege het feitelijk leidinggeven aan overtreding van het bankverbod. Appellant voert aan dat er geen sprake zou zijn van overtreding van het bankverbod omdat: i) er ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.