NJF 2013/119
Voorrecht. Proefprocedure. 403-verklaring creëert geen voorrecht op moeder.
Rb. Midden-Nederland 30-01-2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ0334 (UWV/Deterink)
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
30 januari 2013
- Magistraten
Mrs. R.J. Verschoof, J.W. Frieling, D.M. Staal
- Zaaknummer
321051 / HA ZA 12-506
- LJN
BZ0334
- Roepnaam
UWV/Deterink
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ0334, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 30‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
Voorrecht. Proefprocedure. 403-verklaring creëert geen voorrecht op moeder.
Samenvatting
Moedermaatschappij Econcern deponeert 403-verklaring ten behoeve van Innogrow. Innogrow failleert, waarna het UWV loon aan de werknemers van Innogrow uitkeert. Vervolgens failleert Econcern. Het UWV is getreden in de loonaanspraken van de werknemers van Innogrow, welke vordering bevoorrecht is in de boedel van Innogrow. Het UWV dient haar vordering in bij de curatoren van Econcern en stelt dat op haar vordering een voorrecht rust. Na de betwisting door de curatoren beslist de rechtbank in deze proefprocedure dat de op de 403-verklaring gebaseerde vordering niet bevoorrecht is in het faillissement van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.