RvdW 2016/55
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Ondertoezichtstelling; weigering verzoek contra-expertise, art. 810a Rv. Afdoening na HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2632, NJ 2014/469.
HR 11-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3564
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 december 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02618
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3564, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2015
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Ondertoezichtstelling; weigering verzoek contra-expertise, art. 810a Rv. Afdoening na HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2632, NJ 2014/469.
Partij(en)
[de moeder], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. H.J.W. Alt,
tegen
de Raad voor de kinderbescherming, te Eindhoven, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P. Vlas:
1. Feiten en procesverloop2.
1.1
In cassatie kan in het kort van de volgende feiten worden uitgegaan.
- (i)
De moeder en [de vader] (hierna: de vader) hebben twee dochters. De oudste dochter ( [betrokkene 1] ) is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.