RFR 2021/107
Ondertoezichtstelling. Hebben pleegouders van uithuisgeplaatste minderjarige toestemming van ouders en/of GI nodig voor uitstapje of vakantie met minderjarige?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 mei 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/03359
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS282460:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:748, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑05‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:57, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2021
- Wetingang
Art. 1:262b BW; art. 1.1, 5.2 lid 1 Jeugdwet; art. 3 IVRK
Essentie
Ondertoezichtstelling. Prejudiciële vragen.
Hebben pleegouders van uithuisgeplaatste minderjarige toestemming van ouders en/of GI nodig voor uitstapje of vakantie met minderjarige?
Samenvatting
De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de in 2018 geboren minderjarige. De minderjarige staat onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI), is uit huis geplaatst en verblijft bij pleegouders. De pleegouders willen met de minderjarige op vakantie gaan en uitstapjes ondernemen, zowel in Nederland als in het buitenland. De GI heeft de rechtbank verzocht hiervoor toestemming te verlenen. De rechtbank heeft o.a. de volgende prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld:
- ...