NJB 2019/13:Een varkensstal brandt af. De gebruiker van de stal vordert schadevergoeding van de eigenaar van de stal. Het hof wijst de vordering af op de grond dat de exacte oorzaak van de brand niet is vastgesteld en niet kan worden vastgesteld. Hoge Raad: 1. Bewijswaardering. Uit het oordeel volgt niet dat het hof een te strenge maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van het bewijs; het is evenmin onbegrijpelijk. 2. Uitleg gedingstukken. Voor zover het middel berust op het uitgangspunt dat de stalhouder ook aansprakelijk is voor een onvolkomenheid in de voederinstallatie die geen verband houdt met een gebrek in de voervijzel, kan het niet tot cassatie leiden. Het hof heeft kennelijk een dergelijke stelling niet in de gedingstukken gelezen. Dat oordeel is feitelijk en niet onbegrijpelijk

NJB 2019/13

Een varkensstal brandt af. De gebruiker van de stal vordert schadevergoeding van de eigenaar van de stal. Het hof wijst de vordering af op de grond dat de exacte oorzaak van de brand niet is vastgesteld en niet kan worden vastgesteld. Hoge Raad: 1. Bewijswaardering. Uit het oordeel volgt niet dat het hof een te strenge maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van het bewijs; het is evenmin onbegrijpelijk. 2. Uitleg gedingstukken. Voor zover het middel berust op het uitgangspunt dat de stalhouder ook aansprakelijk is voor een onvolkomenheid in de voederinstallatie die geen verband houdt met een gebrek in de voervijzel, kan het niet tot cassatie leiden. Het hof heeft kennelijk een dergelijke stelling niet in de gedingstukken gelezen. Dat oordeel is feitelijk en niet onbegrijpelijk

Documentgegevens:

HR 14-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2299

Instantie: Hoge Raad
Datum: 14 december 2018
Magistraten: Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, C.E. du Perron
Zaaknummer: 17/05150
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Dierenrecht / Veehouderij
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2018:2299, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1190, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2018
Wetingang: (art. 96, 152 lid 2 Rv; art. 7:208, 7:341 BW)

Essentie

Een varkensstal brandt af. De gebruiker van de stal vordert schadevergoeding van de eigenaar van de stal. Het hof wijst de vordering af op de grond dat de exacte oorzaak van de brand niet is vastgesteld en niet kan worden vastgesteld. Hoge Raad: 1. Bewijswaardering. Uit het oordeel volgt niet dat het hof een te strenge maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van het bewijs; het is evenmin onbegrijpelijk. 2. Uitleg gedingstukken. Voor zover het middel berust op het uitgangspunt dat de stalhouder ook aansprakelijk is voor een onvolkomenheid in de voederinstallatie die geen verband houdt met een gebrek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.