FED 2019/95
Naheffing motorrijtuigenbelasting voor buitenlands kenteken van ingezetene zonder Nederlandse nationaliteit niet in strijd met discriminatieverbod art. 18 VWEU als dit binnen vijfjaarstermijn van art. 20 lid 3 AWR plaatsvindt
HR 05-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:483, m.nt. G.C.D. Grauss
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Fierstra, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/02987
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
G.C.D. Grauss
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS59119:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:483, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2018
- Wetingang
Art. 7 lid 1 en 3, art. 13 lid 2, art. 34 lid 2 Wet MRB 1994; art. 20 lid 3, art. 27ga AWR; art. 18 lid 1 VWEU
Essentie
Naheffing motorrijtuigenbelasting voor buitenlands kenteken van ingezetene zonder Nederlandse nationaliteit niet in strijd met discriminatieverbod art. 18 VWEU als dit binnen vijfjaarstermijn van art. 20 lid 3 AWR plaatsvindt
Samenvatting
Belanghebbende maakt op 12 mei 2016 als bestuurder van een personenauto gebruik van de weg in Nederland. De personenauto was in Polen geregistreerd en stond belanghebbende op dat moment feitelijk ter beschikking. Belanghebbende was vanaf 9 september 2010 ingeschreven als ingezetene van Nederland in de basisregistratie personen. De inspecteur legt met dagtekening 3 november 2016 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting op. Daarbij neemt hij de tijdvakken 1 januari 2012 t/m ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.