RvdW 2019/142
Procesrecht. Insolventierecht. IPR. Incidenteel verzoek in cassatie tot zekerheidstelling voor proceskosten (art. 224 lid 1 Rv); art. 224 Rv toepasselijk in verzetprocedure van art. 10 Fw?
HR 11-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:36
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 januari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/02704
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:592, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:348, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2019
ECLI:NL:HR:2019:36, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1221, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Insolventierecht. IPR. Incidenteel verzoek in cassatie tot zekerheidstelling voor proceskosten (art. 224 lid 1 Rv); art. 224 Rv toepasselijk in verzetprocedure van art. 10 Fw?
Samenvatting
Art. 224 lid 1 Rv bepaalt dat allen zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland die bij een Nederlandse rechter een vordering instellen of zich voegen of tussenkomen in een geding alhier, verplicht zijn op vordering van de wederpartij zekerheid te stellen voor de proceskosten tot betaling waarvan zij veroordeeld zouden kunnen worden. De strekking van deze bepaling is te voorkomen dat een gedaagde wordt geconfronteerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.