Er bestaat samenhang tussen onderhavige zaak en de zaak met nummer 12/01221 ([medeverdachte]). In beide zaken zal ik vandaag concluderen.
HR, 29-01-2013, nr. 12/02638
ECLI:NL:HR:2013:BY9011
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29-01-2013
- Zaaknummer
12/02638
- Conclusie
Mr. Machielse
- LJN
BY9011
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:BY9011, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2013; (Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHARN:2011:BT8482, Niet ontvankelijk
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BY9011
ECLI:NL:PHR:2013:BY9011, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑11‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:BY9011
Arrest gerechtshof: ECLI:NL:GHARN:2011:BT8482
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2013-0030
Uitspraak 29‑01‑2013
Inhoudsindicatie
HR: n-o, geen middelen.
29 januari 2013
Strafkamer
nr. S 12/02638
KM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 18 oktober 2011, nummer 21/001804-10, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 29 januari 2013.
Conclusie 27‑11‑2012
Mr. Machielse
Partij(en)
Nr. 12/02638
Mr. Machielse
Zitting 27 november 2012
Conclusie inzake:
[Verdachte]1.
1.
Het gerechtshof te Arnhem heeft verdachte op 18 oktober 2011 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien jaren wegens de eendaadse samenloop van:
telkens
medeplegen van doodslag, gevolgd, vergezeld of voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en aan de andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
en
diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit de dood ten gevolge heeft, gepleegd door twee of meer verenigde personen,
en
medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander te duchten is.
2.
Namens verdachte is beroep in cassatie ingesteld.
3.
Bij de aan de Hoge Raad op de voet van art. 434, eerste lid, Sv toegezonden stukken bevindt zich een door de griffier van het gerechtshof te Arnhem ondertekende "akte cassatie", onder meer inhoudende:
"pkn: 21-001804-10
Heden, 1 november 2011, verscheen ter griffie van het gerechthof te Arnhem:
[Betrokkene 1],
administratief ambtenaar bij dit gerechtshof,
blijkens de aan deze akte gehechte bijzondere volmacht schriftelijk gemachtigde van
- -
tot het aanwenden van onderstaand rechtsmiddel door
[Verdachte]
geboren te [geboorteplaats] [geboortedatum] 1987,
bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd;
- -
beroep in cassatie in te stellen tegen het arrest d.d. 18 oktober 2011, alsmede tegen alle ter terechtzitting genomen beslissingen, onder parketnummer 21-001804-10 door dit hof gewezen in de zaak tegen [verdachte] voornoemd."
4.
De in de akte bedoelde "volmacht" houdt onder meer in:
"Amsterdam, 1 november 2011
inzake: [verdachte] / OM (hb)
parketnr. : 21/001804-10
betreft: instellen cassatie
Geachte heer/mevrouw,
In bovengenoemde zaak ben ik door cliënt gemachtigd om cassatie in te stellen tegen het arrest d.d. 18 oktober jl. gewezen door het Gerechthof te Arnhem.
De termijn voor het instellen van cassatie verloopt vandaag.
Gegevens cliënt:
Naam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
geboren: [geboortedatum]1987
Graag ontvang ik een afschrift van de akte rechtsmiddel per fax op 020 [...].
Bij voorbaat dank voor de door u te nemen moeite.
Met vriendelijke groet,
[...]".
5.
Een schriftelijke volmacht in de zin van art. 450, eerste lid onder b, Sv, verleend door een advocaat aan een griffiemedewerker tot het voor een verdachte instellen van beroep in cassatie, dient in te houden de verklaring van de advocaat dat hij door de verdachte bepaaldelijk is gevolmachtigd tot het instellen van cassatieberoep en dat hij een griffiemedewerker een schriftelijke bijzondere volmacht verleent deze handeling voor hem te verrichten.2. Nu het hierboven geciteerde faxbericht niet inhoudt dat zo een volmacht aan een griffiemedewerker wordt verleend of zelfs maar wordt verzocht namens verdachte beroep in cassatie in te stellen waarin eventueel een volmacht zou kunnen worden gelezen, dient verdachte niet-ontvankelijk te worden verklaard in het cassatieberoep.
6.
Ook indien de Hoge Raad hierover anders mocht oordelen, kan verdachte niet worden ontvangen in het cassatieberoep. De aanzegging op de voet van het eerste lid van artikel 435 Sv is op 21 juni 2012 aan verdachte in persoon betekend. De in het tweede lid van artikel 437 Sv genoemde termijn van twee maanden voor indiening van de cassatieschriftuur eindigde derhalve op 20 augustus 2012. Binnen deze termijn is geen schriftuur van verdachte ter administratie van de Hoge Raad ontvangen.
7.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijk verklaring van verdachte in zijn beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 27‑11‑2012
HR 22 december 2009, LJN: BJ7810, NJ 2010, 102 m.nt. Borgers; HR 20 maart 2012, LJN: BV6999, NJ 2012, 426 m.nt. Bleichrodt