FJR 2013/74.1
Kroniek Jurisprudentie Relatievermogensrecht, zie FJR 2013/74.
HR 08-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4279
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 februari 2013
- Zaaknummer
10/01300
- LJN
BY4279
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY4279, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY4279, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑08‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2010
Essentie
Kroniek Jurisprudentie Relatievermogensrecht, zie FJR 2013/74.
Partij(en)
8 februari 2013
Eerste Kamer
10/01300
EE/EP
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie, verweerder in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie, verzoekster in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. E.H. van Staden ten Brink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.