Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
Artikel 56 Kunstmatig gekweekte specimens van plantensoorten
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2015
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 05-02-2015. De wijziging van 15-01-2015, PbEU L 10 is ingetrokken met ingang van 26-06-2015.
- Bronpublicatie:
05-06-2015, PbEU 2015, L 142 (uitgifte: 06-06-2015, regelingnummer: 2015/870)
- Inwerkingtreding
26-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2015, PbEU 2015, L 142 (uitgifte: 06-06-2015, regelingnummer: 2015/870)
- Vakgebied(en)
Douane (V)
1.
Een specimen van een plantensoort wordt uitsluitend beschouwd als zijnde kunstmatig gekweekt als ten genoegen van een bevoegde administratieve instantie, welke overleg pleegt met een bevoegde wetenschappelijke autoriteit van de betrokken lidstaat, is aangetoond dat aan de volgende vereisten is voldaan:
- a)
het betreft een plant of een afgeleid product van een plant, die in gecontroleerde omstandigheden is opgekweekt uit een zaad, stek, fragment, weefselcallus of ander plantenweefsel, spore of ander vermeerderingsstadium;
- b)
het kweekmateriaal werd samengesteld en wordt in stand gehouden overeenkomstig de definitie in artikel 1, punt 4 bis;
- c)
vervallen;
- d)
zowel de onderstam als de ent zijn kunstmatig gekweekt zoals bepaald onder a) en b), indien het geënte planten betreft.
Voor de toepassing van a) gelden als gecontroleerde omstandigheden: een niet-natuurlijk, in sterke mate door menselijke ingrepen bepaald milieu, waarbij onder meer, maar niet uitsluitend, kan worden gebruikgemaakt van grondbewerking, bemesting, onkruidbestrijding, bevloeiing of op aankweek gerichte handelingen zoals verpotting, verspening en bescherming tegen ongunstige weersomstandigheden. Voor agarhout leverende taxa, die worden geteeld via marcotteren (lucht-afleggen) of uit zaden, stekken, enten, fragmenten, weefselcallussen of ander plantenweefsel, sporen en andere vermeerderingsstadia, verwijst de zinsnede ‘onder gecontroleerde omstandigheden’ naar een boomplantage, met inbegrip van andere niet-natuurlijke omgevingen die door menselijke ingrepen worden bepaald met als doel planten of plantendelen en -derivaten te produceren.
2.
Hout en andere delen of afgeleide producten van bomen afkomstig uit monocultuuraanplantingen worden beschouwd als zijnde kunstmatig gekweekt in de zin van lid 1.
3.
Bomen van agarhout leverende taxa die zijn geteeld in bijvoorbeeld:
- a)
tuinen (privétuinen en/of gemeenschappelijke tuinen);
- b)
teeltplantages van de overheid, privépersonen of gemeenschappen, hetzij in monocultuur, hetzij als gemengde aanplant,
worden beschouwd als kunstmatig gekweekt in de zin van lid 1.