NJB 2014/1912
Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Bij een huisbezoek door de Bopz-rechter roept betrokkene door een gesloten deur dat ze niets van de zitting afwist, dat ze naar de rechtbank wil komen om daar bij een zitting aanwezig te zijn en dat ze zelf een advocaat wil regelen. HR: 1. Hoorplicht. Indien de rechtbank heeft geoordeeld dat betrokkene is gehoord, getuigt haar oordeel van een onjuiste rechtsopvatting. Indien zij heeft geoordeeld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen, is haar oordeel onbegrijpelijk. 2. Raadsman. De rechtbank had dienen te onderzoeken of betrokkene toevoeging van een andere raadsman wenste, en dienen te doen blijken van het resultaat van dit onderzoek
HR 17-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2998
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
14/02887
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Voorfase
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2998, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1853, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2014
- Wetingang
(Wet Bopz art. 2, 8 lid 1 en 3; Sv art. 45 lid 4)
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Bij een huisbezoek door de Bopz-rechter roept betrokkene door een gesloten deur dat ze niets van de zitting afwist, dat ze naar de rechtbank wil komen om daar bij een zitting aanwezig te zijn en dat ze zelf een advocaat wil regelen. HR: 1. Hoorplicht. Indien de rechtbank heeft geoordeeld dat betrokkene is gehoord, getuigt haar oordeel van een onjuiste rechtsopvatting. Indien zij heeft geoordeeld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen, is haar oordeel onbegrijpelijk. 2. Raadsman. De rechtbank had dienen te onderzoeken of betrokkene toevoeging van een andere raadsman wenste, en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.