Einde inhoudsopgave
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
Artikel 17 [Gebruik verstrekte inlichtingen voor andere doeleinden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 538 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36063)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 538 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36063)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
Inlichtingen die Onze Minister aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat verstrekt ter uitvoering van Richtlijn 2011/16/EU kunnen door die andere lidstaat tevens worden gebruikt:
- a.
voor de vaststelling, tenuitvoerlegging en handhaving van het nationale recht van de andere lidstaat met betrekking tot de omzetbelasting en andere indirecte belastingen;
- b.
voor de vaststelling en invordering van andere belastingen en rechten die vallen onder artikel 2 van Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde belastingen, rechten en andere maatregelen (PbEU 2010, L 84);
- c.
voor de vaststelling en invordering van verplichte socialezekerheidsbijdragen;
- d.
in mogelijk tot bestraffing leidende gerechtelijke en administratieve procedures wegens overtreding van de belastingwetgeving, onverminderd de algemene regels en de bepalingen betreffende de rechten van verdachten en getuigen in dergelijke procedures.
2.
Onze Minister kan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat toestemming verlenen de verstrekte inlichtingen voor andere dan de in het eerste lid bedoelde doeleinden te gebruiken. Deze toestemming wordt in ieder geval verleend, indien de inlichtingen in Nederland voor soortgelijke doeleinden kunnen worden gebruikt.
3.
Onze Minister kan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat een lijst mededelen van andere dan de in het eerste lid bedoelde doeleinden waarvoor de verstrekte inlichtingen kunnen worden gebruikt. De bevoegde autoriteit van de lidstaat die de inlichtingen ontvangt, kan deze zonder de toestemming, bedoeld in het tweede lid, overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat gebruiken voor alle doeleinden die in de lijst zijn medegedeeld.
4.
Onze Minister kan zich binnen tien werkdagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving van een bevoegde autoriteit van een lidstaat, verzetten tegen het voornemen van die bevoegde autoriteit om de ontvangen inlichtingen aan de bevoegde autoriteit van een derde lidstaat te verstrekken.
5.
Toestemming voor het overeenkomstig het tweede lid gebruiken van overeenkomstig het derde lid doorgegeven inlichtingen kan alleen worden verleend door Onze Minister.
6.
Onze Minister kan aan de bevoegde autoriteit van een staat toestemming verlenen de inlichtingen voor een ander doel te gebruiken dan voor de heffing van belastingen die onder de reikwijdte vallen van de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 1.
7.
Onze Minister kan op een daartoe strekkend verzoek een bevoegde autoriteit van een staat toestemming verlenen de van hem ontvangen inlichtingen aan een bevoegde autoriteit van een andere staat te verstrekken.