V-N 2017/2.6
Verzuim betaling griffierecht bij hersenletsel gemachtigde vergt nader onderzoek
HR 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2899, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2016
- Magistraten
Schaap, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
16/00645
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925267:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2016
ECLI:NL:HR:2016:2899, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank het verzet niet niet-ontvankelijk had mogen verklaren. Nu de gemachtigde verklaart dat hij hersenletsel heeft, moet de rechtbank zich uitlaten over de verschoonbaarheid van het verzuim.
Samenvatting
Z, de gemachtigde van belanghebbende, X, verzoekt Rechtbank Zeeland-West-Brabant in zijn beroep- schrift om alle correspondentie te versturen naar het adres van administratiekantoor A. De rechtbank verstuurt de nota griffierecht per aangetekende post naar het adres van Z. De nota is aan Z in persoon uitgereikt. Omdat het griffierecht niet is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. X gaat in verzet. Hij verklaart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.