RAR 2010/111
Procesrecht. Wanneer is er reden voor doorbreking van het appelverbod ?
Hof Amsterdam 23-06-2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BN2389
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
23 juni 2009
- Magistraten
Mrs. G.C. Makkink, A.M.L. Broekhuijzen-Molenaar, C.C.W. Lange
- Zaaknummer
200.025.478/01
- LJN
BN2389
- JCDI
JCDI:ADS874619:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2009:BN2389, Uitspraak, Hof Amsterdam, 23‑06‑2009
- Wetingang
Essentie
Ontbinding. Procesrecht.
Wanneer is er reden voor doorbreking van het appelverbod?
Samenvatting
Van Dijk is voor de duur van één jaar in dienst getreden bij Aimee als schoonheidsspecialiste, telefoniste en receptioniste. Korte tijd na indiensttreding is zij nog slechts belast met de laatste twee genoemde functies. Aimee is van mening dat zij ook deze functies niet naar behoren uitoefende. Er is in die tijd ook een andere schoonheidsspecialiste aangenomen. Aimee heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst met Van Dijk te ontbinden wegens een verandering in omstandigheden, bestaande uit het disfunctioneren van Van Dijk. De kantonrechter heeft de overeenkomst vervolgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.