NJB 2017/486:Iemand met whiplash-gerelateerde klachten na een ongeval betoogt in eerste aanleg dat hij in de hypothetische situatie zonder ongeval het molenaarsbedrijf van zijn vader zou hebben uitgebouwd. In hoger beroep betoogt hij dat hij het molenaarsbedrijf gedurende drie jaar zou hebben geëxploiteerd en daarna een baan elders zou hebben gevonden. Hoge Raad: 1. Arbeidsvermogensschade. Hypothetische situatie. Stelplicht. Het oordeel van het hof dat aan gerede twijfel onderhevig is of de benadeelde een vergelijkbare carrière had kunnen realiseren als zijn studiegenoten, berust op onbegrijpelijke en ten dele onjuiste gronden. 2. Hoger beroep. Herstelfunctie. Zo de koerswijziging van appellant niet evident verband hield met het oordeel van de rechtbank, behoefde hij niet te verklaren waarom hij in hoger beroep een ander standpunt innam dan in eerste aanleg