NJ 2013/207
Horen raadsman als getuige past niet in het Nederlandse stelsel van strafvordering.
HR 26-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5399
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 maart 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/05450
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- LJN
BZ5399
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5399, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ5399, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2012
- Wetingang
Essentie
Verzoek om de raadsman als getuige te horen terecht afgewezen. Het horen van de advocaat die op de terechtzitting hetzij de verdachte als raadsman bijstaat, hetzij hem op de voet van (art. 48 WED in verbinding met) art. 398, onder 2°, Sv vertegenwoordigt, hetzij hem als op de voet van art. 279 Sv gemachtigde verdedigt, past — behoudens bijzondere gevallen — niet in het Nederlandse stelsel van strafvordering (vgl. ten aanzien van het OM LJN ZD0328, NJ 1996/249).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.