JWB 2008/86
Huwelijksvermogensrecht; boedelverdeling, echtelijke woning
HR 15-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1856
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2008
- Zaaknummer
C06/262HR
- LJN
BC1856
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1856, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1856, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑08‑2006
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht; boedelverdeling, echtelijke woning
Samenvatting
Casus
Partijen zijn in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd in september 1978. Zij scheiden in juli 2002. In 1982 heeft de vrouw uit nalatenschap van haar overleden vader een perceel bouwgrond met opstal verkregen, onder bezwaar van vruchtgebruik door haar moeder. In het testament van de vader is bepaald dat al hetgeen uit zijn nalatenschap wordt verkregen, niet zal vallen in enige huwelijkgemeenschap. De op het perceel staande bouwvallige woning is afgebroken en in 1984 vervangen door een nieuwe woning, waarin partijen tijdens hun huwelijk hebben gewoond. De moeder woonde ook in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.