NJB 2014/528
Rangregeling. KBC Bank heeft als financier van de bouw van casco’s van binnenvaartschepen van DMA (al dan niet geldige) pand- en hypotheekrechten op de casco’s verkregen. Enkele schuldeisers van DMA hebben beslag doen leggen op de casco’s. KBC Bank heeft de vorderingen van de schuldeisers voldaan en de executie voortgezet uit hoofde van subrogatie. In het kader van een rangregeling strijden KBC Bank en een concurrente schuldeiser van DMA over de geldigheid van de pand- en hypotheekrechten van KBC Bank. HR: 1. Zuivering. Door de executie vervallen recht. Het hof heeft zonder schending van enige rechtsregel kunnen oordelen dat KBC Bank dient te worden aangemerkt als een beperkt gerechtigde wiens recht door de executie is vervallen. 2. Teboekstelling. In aanbouw zijnd binnenschip. Voor het antwoord op de vraag of een te water gelaten casco van een schip voor de toepassing van art. 8:784 lid 1 BW moet worden aangemerkt als een in aanbouw zijnd binnenschip dan wel als een afgebouwd binnenschip, is niet van belang op welke wijze art. 8:1 BW het begrip schip omschrijft
HR 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:440 (Bouwnummer JTS 99-408)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 februari 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J van Buchem-Spapens, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/03236
- Roepnaam
Bouwnummer JTS 99-408
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vervoersrecht / Algemeen
Vervoersrecht / Binnenvaart
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:440, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:986, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2012
- Wetingang
(Overeenkomst inzake de inschrijving van binnenschepen van 25 januari 1965 (Trb. 1966, 228) art. 5 lid 2; Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht van 23 mei 1969 (Trb. 1972, 51, en 1985, 79) art. 31 en 32; BW art. 3:248 lid 3, 8:1, 8:784 lid 1; Rv art. 480)
Essentie
Rangregeling. KBC Bank heeft als financier van de bouw van casco’s van binnenvaartschepen van DMA (al dan niet geldige) pand- en hypotheekrechten op de casco’s verkregen. Enkele schuldeisers van DMA hebben beslag doen leggen op de casco’s. KBC Bank heeft de vorderingen van de schuldeisers voldaan en de executie voortgezet uit hoofde van subrogatie. In het kader van een rangregeling strijden KBC Bank en een concurrente schuldeiser van DMA over de geldigheid van de pand- en hypotheekrechten van KBC Bank. HR: 1. Zuivering. Door de executie vervallen recht. Het hof heeft zonder schending van enige rechtsregel kunnen oordelen dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.