NJB 2014/528:Rangregeling. KBC Bank heeft als financier van de bouw van casco’s van binnenvaartschepen van DMA (al dan niet geldige) pand- en hypotheekrechten op de casco’s verkregen. Enkele schuldeisers van DMA hebben beslag doen leggen op de casco’s. KBC Bank heeft de vorderingen van de schuldeisers voldaan en de executie voortgezet uit hoofde van subrogatie. In het kader van een rangregeling strijden KBC Bank en een concurrente schuldeiser van DMA over de geldigheid van de pand- en hypotheekrechten van KBC Bank. HR: 1. Zuivering. Door de executie vervallen recht. Het hof heeft zonder schending van enige rechtsregel kunnen oordelen dat KBC Bank dient te worden aangemerkt als een beperkt gerechtigde wiens recht door de executie is vervallen. 2. Teboekstelling. In aanbouw zijnd binnenschip. Voor het antwoord op de vraag of een te water gelaten casco van een schip voor de toepassing van art. 8:784 lid 1 BW moet worden aangemerkt als een in aanbouw zijnd binnenschip dan wel als een afgebouwd binnenschip, is niet van belang op welke wijze art. 8:1 BW het begrip schip omschrijft