Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 81 Bepalingen van algemene aard
Geldend
Geldend vanaf 07-11-2001. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-06-2001
- Bronpublicatie:
22-10-2001, Stb. 2001, 511 (uitgifte: 07-11-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-11-2001, terugwerkend tot: 01-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2001, Stb. 2001, 511 (uitgifte: 07-11-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld die afwijken van de artikelen 68 tot en met 71 en 73 tot en met 80, indien de belangen van de dienst een zodanige afwijking vorderen.
2.
Indien op een militair een afwijkende verlofregeling als bedoeld in het eerste lid van toepassing is, zijn de artikelen 68 tot en met 71 en 73 tot en met 80 niet van toepassing en worden vakantieverloftegoeden, opgebouwd op grond van die artikelen voor dat de afwijkende verlofregeling op de militair van toepassing werd, bevroren. Verlof, opgebouwd op grond van de afwijkende verlofregeling, vervalt op het moment dat de afwijkende verlofregeling niet meer van toepassing is.
3.
Indien een militair kan aantonen dat hij gedurende de tijd dat op hem een afwijkende verlofregeling van toepassing is geweest, minder uren vakantieverlof heeft kunnen opnemen dan het aantal uren vakantieverlof waarop hij aanspraak had kunnen maken op grond van de artikelen 68 tot en met 71 en 73 tot en met 80, indien op hem de afwijkende verlofregeling niet van toepassing zou zijn geweest, heeft hij aanspraak op het resterende verschil in uren vakantieverlof.
4.
De militair, op wie over een gedeelte van een kalenderjaar een afwijkende verlofregeling als bedoeld in het eerste lid van toepassing is, heeft over het overblijvende gedeelte van dat jaar aanspraak op vakantieverlof naar evenredigheid van de tijd gedurende welke hij in dat gedeelte in werkelijke dienst is.