Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 68 Aanspraak op vakantieverlof over een vol kalenderjaar
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Wet van 08-11-2007, Stb. 480. Het paragraafopschrift is gewijzigd.
- Bronpublicatie:
11-12-2007, Stb. 2007, 576 (uitgifte: 28-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2007, Stb. 2007, 584 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De militair ingedeeld bij de Koninklijke marine die gedurende een vol kalenderjaar als zodanig in werkelijke dienst is, heeft over dat jaar aanspraak op het navolgende vakantieverlof:
- a.
in het tijdvak van 1 juni tot 15 september: een aaneengesloten zomerverlof, omvattende 120 uren;
- b.
in het tijdvak van 1 december van het lopende kalenderjaar tot 1 februari van het daarop volgende jaar: een aaneengesloten winterverlof, omvattende 80 uren;
- c.
in het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december op een tijdstip naar eigen keuze: 32 uren, zoveel mogelijk op te nemen in aaneengesloten perioden van ten minste 4 uren.
2.
Het hoofd defensieonderdeel kan voor bijzondere gevallen van het eerste lid afwijkende vakantieverloftijdstippen vaststellen.
3.
De commandant kan een militair in bijzondere gevallen toestaan:
- a.
het hem toekomende zomer- of winterverlof op te nemen buiten de tijdvakken, genoemd in het eerste lid, onder a en b, of
- b.
die verloven aaneengesloten op te nemen.