Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/691
Wet Bopz. Beslissing rechter op voet van art. 14e Wet Bopz m.b.t. beslissing geneesheer-directeur tot opneming; maatstaf. Beslissing op verzoek beoordeling rechtmatigheid maatregel; maatstaf. Gevolg niet naleving voorschrift art. 14d lid 2 Wet Bopz (tijdige inkennisstelling); vergoeding immateriële schade?
HR 16-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1104
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juni 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/06239
- Conclusie
Plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1104, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:459, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Beslissing rechter op voet van art. 14e Wet Bopz m.b.t. beslissing geneesheer-directeur tot opneming; maatstaf. Beslissing op verzoek beoordeling rechtmatigheid maatregel; maatstaf. Gevolg niet naleving voorschrift art. 14d lid 2 Wet Bopz (tijdige inkennisstelling); vergoeding immateriële schade?
De rechter wiens beslissing op de voet van art. 14e lid 1 Wet Bopz wordt verzocht, dient in volle omvang te onderzoeken of, beoordeeld naar de ten tijde van zijn beslissing geldende omstandigheden, de onvrijwillige opneming moet voortduren. Ingeval tevens wordt gevraagd de rechtmatigheid van de vrijheidsbeneming te beoordelen, dient de rechter ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.