JWB 2016/215
Burgerlijk procesrecht
HR 10-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1170
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juni 2016
- Zaaknummer
16/01088
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1170, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:172, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2016
- Wetingang
Art. 426 Rv
Essentie
Burgerlijk procesrecht
Samenvatting
Casus
Bij faxbericht aan de griffie van de Hoge Raad heeft de moeder te kennen gegeven beroep in cassatie te willen instellen tegen een beschikking van het hof. Er is evenwel niet voldaan aan het vereiste in artikel 426a Rv, dat het verzoekschrift in cassatie is ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Daarom is de moeder in de gelegenheid gesteld dit gebrek te herstellen binnen veertien dagen. Nu een herstel van dit gebrek niet heeft plaatsgevonden, strekt de conclusie van de A-G tot niet-ontvankelijkverklaring van de moeder in haar cassatieberoep.
Rechtsvraag
Moet de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.