Einde inhoudsopgave
Verordening (Euratom) 2016/52 vaststelling maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 09-02-2016
- Bronpublicatie:
15-01-2016, PbEU 2016, L 13 (uitgifte: 20-01-2016, regelingnummer: 2016/52)
- Inwerkingtreding
09-02-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2016, PbEU 2016, L 13 (uitgifte: 20-01-2016, regelingnummer: 2016/52)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
Dierenrecht / Veehouderij
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1)
‘levensmiddel’ of ‘voedsel’: alle stoffen en producten, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om door de mens te worden geconsumeerd of waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij door de mens worden geconsumeerd.
Deze definitie omvat tevens dranken, kauwgom alsmede iedere stof die opzettelijk tijdens de vervaardiging, de bereiding of de behandeling aan het levensmiddel wordt toegevoegd.
Onder deze definitie vallen niet:
- a)
diervoeders;
- b)
levende dieren, tenzij voorbereid om in de handel te worden gebracht voor menselijke consumptie;
- c)
planten vóór de oogst;
- d)
geneesmiddelen in de zin van artikel 1, punt 2), van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad (1);
- e)
cosmetische producten in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2);
- f)
tabak en tabaksproducten in de zin van artikel 2, punten 1) en 4), van Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad (3);
- g)
verdovende middelen en psychotrope stoffen in de zin van het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen van 1961 en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971;
- h)
residuen en contaminanten;
- i)
voor menselijke consumptie bestemd water, in de zin van artikel 2, punt 1), van Richtlijn 2013/51/Euratom;
- 2)
‘minder belangrijk levensmiddel’: een levensmiddel met beperkt voedingsbelang, dat slechts een marginale bijdrage levert aan de consumptie van levensmiddelen door de bevolking;
- 3)
‘diervoeders’: alle stoffen en producten, inclusief additieven, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om te worden gebruikt voor orale vervoedering aan dieren;
- 4)
‘in de handel brengen’: het voorhanden hebben van levensmiddelen of diervoeders met het oog op de verkoop, met inbegrip van het te koop aanbieden, of enige andere vorm van al dan niet gratis overdracht, alsmede de eigenlijke verkoop, distributie en andere vormen van overdracht zelf;
- 5)
‘stralingsgevaar’: een ongewone situatie of gebeurtenis waarbij een stralingsbron is betrokken en die onmiddellijke maatregelen vereist om ernstige negatieve gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens, de levenskwaliteit, goederen of het milieu te beperken, dan wel een ernstig gevaar dat deze gevolgen kan meebrengen.
Voetnoten
Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 59).
Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 1).