Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/881 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening)
Artikel 68 Intrekking en opvolging
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 151 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/881)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 151 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/881)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Informatierecht / ICT
1.
Verordening (EU) nr. 526/2013 wordt met ingang van 27 juni 2019 ingetrokken.
2.
Verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 526/2013 en naar Enisa gelden als verwijzingen naar deze verordening en naar Enisa, zoals bij deze verordening opgericht.
3.
Enisa zoals bij de onderhavige verordening opgericht, volgt Enisa zoals bij Verordening (EG) nr. 526/2013 opgericht, op wat alle eigendommen, overeenkomsten, juridische verplichtingen, arbeidsovereenkomsten, financiële verbintenissen en aansprakelijkheden betreft. Alle overeenkomstig Verordening (EU) nr. 526/2013 vastgestelde besluiten van de raad van bestuur en het dagelijks bestuur blijven geldig, mits zij stroken met deze verordening.
4.
Enisa wordt opgericht voor onbepaalde tijd met ingang van 27 juni 2019.
5.
De overeenkomstig artikel 24, lid 4, van Verordening (EU) nr. 526/2013 aangewezen uitvoerend directeur blijft in functie en oefent de taken uit van de uitvoerend directeur als bedoeld in artikel 20 van deze verordening voor het resterende gedeelte van de ambtstermijn van de uitvoerend directeur. De andere voorwaarden van zijn of haar contract blijven ongewijzigd.
6.
De overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) nr. 526/2013 aangewezen leden van de raad van bestuur en hun plaatsvervangers blijven in functie en oefenen de taken uit van de raad van bestuur als bedoeld in artikel 15 van deze verordening voor het resterende gedeelte van hun ambtstermijn.